Ecologie

Wie tijdens het ontwikkelen fysieke wijzigingen aan de omgeving aanbrengt, loopt het risico dat schade wordt aangebracht aan het leefgebied van beschermde dier- en plantsoorten en natuurgebieden. De locatie van uw ontwikkeling maakt in beginsel niet uit. De in Nederland levende beschermde dier- en plantsoorten zijn dusdanig divers waardoor elk gebied, stedelijk of landelijk, een geschikte habitat voor beschermde soorten kan zijn (denk aan vleermuizen en huismussen in een hoogstedelijk gebied). Bovendien kunnen ontwikkelingen ook op grotere afstand nog invloed uitoefenen op beschermde natuurgebieden (denk aan stikstof).
Door natuurwaarden vroegtijdig bij de ontwikkeling te betrekken, kunnen vertragingen worden voorkomen.

Onze ecologen zijn ecologisch deskundige en voldoen aan alle gestelde eisen op basis van de Omgevingswet. Ze beschikken over de toepasbare praktische ecologische kennis en zijn denken graag mee met uw wensen. Op deze manier werken we toe naar een gezamenlijk resultaat.

Wat wij doen

Totaalbenadering

Waar we in het verleden met name werden gevraagd voor onze kennis en expertise op productniveau zien we dat deze vraag langzaam verschuift naar het inrichten van een efficiënt proces. Steeds vaker is ons vetrekpunt niet vanuit de oplossing maar vanuit het probleem. We richten processen in waardoor er sneller en efficiënter gewerkt kan worden, er minder fouten worden gemaakt en waardoor we risico’s kunnen beperken. Ons onderscheidende vermogen is de combinatie tussen product en proces. Dat wil zeggen door onze kennis van de producten kunnen we processen beter inrichten. Als het gaat om een vraag betreffende Ecologie dan kent deze procesmatige benadering diverse fases:

Een belangrijke fase waar informatieoverdracht de sleutel is. Een goed inzicht in uw ideeën, ontwikkelwensen en planning. Ze komen allen aan bod en worden in relatie met elkaar gebracht.
Aan de start van een project voeren wij een Quickscan flora en fauna uit. Hierbij verschillende specialisten van ons team ecologie aan een compleet overzicht met benodigde kanen en risico’s voor de beoogde ontwikkeling. Dit resulteert in een rapportage met een overzicht met te tackelen risico’s.

Op basis van de Quickscan kan blijken dat een ontwikkeling negatieve effecten heeft op de flora en fauna in het plangebied. Afhankelijk van de aanwezige soorten is een nader onderzoek noodzakelijk. Denk bijvoorbeeld aan het slopen van een object, waarbij vleermuizen verblijven. Of het uitvoeren van graafwerkzaamheden langs een watergang waarbij een beschermde waterspitsmuis verblijft.

Deze nadere onderzoeken kunnen tijdrovend zijn en het is dan ook essentieel om deze vroegtijdig mee te nemen in een projectplanning zodat vertraging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Onze ecologen begeleiden u bij de te doorlopen stappen en richten het proces zo efficiënt mogelijk met u in.
Op basis van het soortgerichte onderzoek kan blijken dat bepaalde beschermde diersoorten in het plangebied verblijven. Als hier sprake van is dan dient een Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag. Dit moet in het Omgevingsloket. Voor het aanvragen van een vergunning flora en fauna-activiteit is veel informatie nodig. Een belangrijk onderdeel vormt het ecologisch werkprotocol en meestal is een mitigatie- of compensatieplan nodig. Dit proces kan een aantal weken duren, wacht dan ook niet te lang met het aanvragen van de vergunning. Onze ecologen kunnen u ondersteunen bij het gehele proces.
De Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit is veelal voorzien van een werkprotocol en/of mitigatie-compensatieplan. In deze fase van beheer en nazorg dragen onze ecologen zorg voor de juiste uitvoering van de opgenomen maatregelen en staan u dan ook bij in woord en daad.

Met het efficiënt inrichten van het ecologisch onderzoek bespaart u tijd en geld, waarmee ook de belangen vanuit de Omgevingswet zijn gewaarborgd in ontwikkelingen.

Meer weten?

Ben vertelt je graag meer.

Ben ten Oever

Projectleider Ecologie

Onze Ecologie dienstverlening

Wij bieden diverse ecologische onderzoeken aan binnen onze ecologische dienstverlening, deze zijn ondersteunend aan ons complete proces, zie ook ruimtelijke ordening.

De quickscan flora en fauna betreft een oriënterend onderzoek waarin op basis van een literatuuronderzoek en een veldbezoek aan het plangebied welke beschermde plant- en diersoorten uitgesloten kan worden en welke het plangebied als potentieel leefgebied beschouwd. Daarnaast wordt beoordeeld of de ontwikkeling een negatief effect uitoefent op Natura 2000-gebieden vanwege fysieke activiteiten en stikstof. Ook wordt getoetst aan het Natuurnetwerk Nederland (voormalige Ecologische hoofdstructuur) en aan het beschermingsregime houtopstanden.

Onze ecologen hebben hart voor dier en plant, maar zijn ook praktisch ingesteld. Het behoud van de (populatie van) beschermde soorten en gebieden is hierbij de hoofdzaak. De route daarnaartoe kan echter op vele manieren. Wij staan achter de praktische wijze.
Uit de oriënterende quickscan flora en fauna kan blijken dat nader onderzoek benodigd is naar één of meerdere plant- en/of diersoorten. Onze deskundige adviseurs voeren de onderzoeken uit conform de geldende Kennisdocumenten, onderzoeksprotocollen en richtlijnen, en beschikken over apparatuur voor het uitvoeren van soortenonderzoeken naar:

- Vleermuizen

- Huismussen

- Gierzwaluwen

- Marterachtigen

- Roofvogels en uilen

- Muizensoorten

- Reptielen

- Amfibieën

- Ongewervelden

Wees hierbij alert op de planning van deze onderzoeken. Diersoorten als de vleermuis moeten namelijk op verschillende momenten in het jaar beschouwd worden (zgn. jaarrond), waardoor deze onderzoeken voor ongewenste vertragingen kunnen zorgen. Door alert te handelen kan nog net een onderzoekperiode mee worden genomen, waardoor er niet meer gewacht hoeft te worden op een volgende ronde.
Indien beschermde flora en fauna is aangetroffen binnen het plangebied, biedt een ecologisch werkprotocol (EWP) u maatregelen voor het uitvoeren van de werkzaamheden. In het ecologisch werkprotocol staat onder andere opgenomen in welke periode gewerkt mag worden en op welke momenten er ecologische begeleiding nodig is. Daarnaast staat beschreven hoe gewerkt dient te worden om te voorkomen dat beschermde diersoorten verstoord of gedood worden of hoe voorkomen kan worden dat beschermde flora vernield wordt.
Bij het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden, denk aan het kappen van bomen of het dempen van een sloot, kan het een verplichting zijn om tijdens de werkzaamheden te worden begeleidt door een ecoloog. De ecoloog voorkomt dat gedurende de werkzaamheden beschermde flora en/of fauna opzettelijk verstoord, vernield of gedood wordt.
Wanneer (streng) beschermde flora en fauna aanwezig is, het plangebied binnen/nabij een beschermd gebied is gelegen of een beschermde houtopstand aanwezig is in uw plangebied, dient u een Omgevingsvergunning aan te vragen. Het kan gaan om een Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit of een Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit. Deze vergunning in het kader van natuur is, mits nodig, noodzakelijk voor het mogelijk maken van uw ruimtelijke ontwikkeling.

Door middel van de vergunning mag u de Omgevingswet in het kader van natuur, overtreden waarbij onder strikte eisen en maatregelen negatieve effecten op soorten en/of gebieden tijdelijk veroorzaakt mogen worden. Bij het Omgevingsloket kan de vergunning aangevraagd worden. Een vergunningsaanvraag wordt echter niet zomaar verleend. Er dienen aan een aantal eisen te worden voldaan en bij de aanvraag dient een geldig wettelijk belang te worden aangegeven. Daarnaast dient onderbouwd te worden dat er geen andere oplossing mogelijk is.
Een soort managementplan (SMP) is een onderdeel van een gebiedsgerichte aanpak. Het is een plan waarbij meer ruimte komt voor ruimtelijke ontwikkelingen maar daarnaast ook gezorgd wordt voor een betere bescherming van planten en dieren. In een SMP staan maatregelen, gedragsregels en afspraken opgesteld om ruimtelijke ontwikkeling, beheer en bescherming van betreffende soorten mogelijk te maken. Met een SMP kan een generieke Omgevingsvergunning flora- en fauna-activiteit worden verkregen en wordt overtreding van de Omgevingswet in het kader van natuur voorkomen. Met deze vergunning worden voor meerdere jaren ruimtelijke ontwikkelingen binnen een plangebied toegestaan, mits de bescherming van soorten is gewaarborgd. Apart onderzoek of toetsing is dan niet meer nodig en de ontwikkelaar weet vooraf waar hij aan toe is en welke maatregelen hij moet nemen. Investeren in een SMP kan niet zonder goede communicatie. Een SMP verdient alle aandacht en draagvlak. Het is van belang dat alle partijen, zoals juristen, ecologen, de bouwsector, de woningbouwcorporaties, omgevingsdiensten, gemeentes en provincies samenwerken en dat alle partijen weten waar ze aan toe zijn. Een communicatieplan is essentieel.
De emissie van stikstof is in ons dicht bevolkte en intensief gebruikte oppervlak al jaren één van de milieu dilemma’s waar met man en macht wordt gewerkt aan een oplossing. Daar waar het in de vergunningverlening voor de zware industrie en de agrarische sector al jaren gemeengoed was, is het voor de rest van Nederland pas een verplicht onderdeel geworden sinds de onderliggende wetgeving in 2019 is vernietigd door het Europees Hof. Iedereen die wil ontwikkelen moet aantonen dat als gevolg van het gewijzigde gebruik of als gevolg van de bouwwerkzaamheden de stikstofnormen (ter hoogte van onze Natura 2000-gebieden) niet worden overschreden. Lycens kan voor u deze ‘stikstofdepositie onderzoeken’ uitvoeren, zoals een stikstofberekening. Onze stikstofdeskundigen worden ondersteund door onze ecologen en bouwkundigen. Hierdoor zijn wij in staat om enerzijds stikstofemissie uit de bouwfase juist te duiden en anderzijds de effecten op Natura 2000-gebieden te doorgronden. En wanneer noodzakelijk, kunnen wij de Omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit aanvragen en verzorgen.

Landelijke aanpak piekbelasting

De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv en Lbv-plus) is op 12 juni 2023 gestart. Met de landelijke aanpak piekbelasting wil het kabinet de stikstofneerslag in de kwetsbare natuurgebieden snel terugdringen. Agrarisch ondernemers kunnen bijvoorbeeld kiezen voor extensiveren, omschakelen, innoveren, verplaatsen of stoppen. De ondernemer maakt zelf een keuze en kan hierbij gebruik maken van ondersteunende regelingen en extra begeleiding. Met deze regeling wordt de stikstofuitstoot verminderd, denk u over deelname aan deze regeling? Wij denken / rekenen graag met u mee!
Wanneer in Nederland projecten of plannen (woningbouw, sloopwerkzaamheden, tracé werken voor kabels en leidingen, renovatie, verduurzamen e.t.c.) worden gerealiseerd die significant negatieve gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000-gebieden, zijn deze in beginsel (zonder vergunning) niet toegestaan.

Een project of plan mag er niet toe leiden dat de instandhoudingsdoelstellingen niet meer gehaald (kunnen) worden en dus moeten significant negatieve gevolgen op voorhand worden uitgesloten. Naast directe effecten (bijvoorbeeld ruimtebeslag), dient ook gekeken te worden naar indirecte effecten als gevolg van externe werking (bijvoorbeeld door geluid of licht). In de Voortoets Natura 2000 worden deze storingsfactoren getoetst aan de beschermingsregimes Habitat- en Vogelrichtlijn en wordt er plan of project specifiek geanalyseerd of significant negatieve effecten kunnen worden uitgesloten.
Voorafgaand aan de uitvoering van projecten moet inzichtelijk worden gemaakt of als gevolg van het gewijzigde gebruik of als gevolg van de bouwwerkzaamheden de stikstofnormen (ter hoogte van onze Natura 2000-gebieden) niet worden overschreden. Dit kan aan de hand van een stikstof depositieberekening. Wanneer er uit de berekening blijkt dat de depositie groter is dan 0,00 mol N/ha/jr (mol stikstof per hectare per jaar) moet er nader onderzoek worden gedaan. Dit doen we in de vorm van een Voortoets Stikstof. Hierin worden de habitattypen waar de depositie op plaatsvindt ecologisch beoordeelt en wordt er geanalyseerd of de additionele depositie geen significant negatieve gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van desbetreffende Natura 2000-gebied.

Meer over onze kennis & capaciteit van Ecologie

Contact

Heb je toch nog vragen over ons of over onze dienstverlening? Neem dan contact met ons op.